Rustig brachten zijn poten hem voort. Hij keek om zich heen, naar de kleine huisjes, de strooien daken. Kleine raampjes boden hem af en toe wat zicht naar warmte. Maar zelf had hij geen warmte. Wel zijn vacht, die hem tegen de kou beschermde. Maar het ging hem om het bijzijn van soortgenoten. Yinthe, zijn zus, had het veel te druk met haar partner en welpen. Hij vroeg zich af waar ze uithing, omdat hij haar al een tijd niet meer had gezien, evenals Ollie en de welpen. Waarschijnlijk waren de welpen alweer groot, en waren Yinthe en Ollie alweer nieuwe aan het kweken. Hij grijnsde even bij die gedachte. Hun vader, Diesel, had hij nog langer niet meer gezien. Waarschijnlijk was hij weggegaan. Hij beschouwde het als hun in de steek te hebben gelaten.
Maar wie hij echt miste, was de tijger die hij ooit eens had ontmoet. Evenals hij had ze een witte vacht, alleen had zij nog zwarte strepen. Okami was haar naam, en Phao had haar wel gemogen. Met een zucht liep hij verder, aan het bedenken waar ze zou kunnen zijn.