Mijn kleine witte lichaampje bewoog zich voort tussen de enorme ombekende planten. Ik kende het niet en dit was zeker niet mijn huis. Mijn meerkleurige oogjes keken op naar tropische vogels en grote planten. Tussen deze woudreuzen leek ik wel een heel klein wit miertje en deze gedachte joeg me angst aan. Mijn kleine voetjes stapte snel over de warme vochtige aarde. Het was hier zo heet en vochtig, ik was er nog niet aan gewend en het was nu dus ook heel onaangenaam. Plots dook er een wortel voor me op en door mijn haast struikelde ik erover. Ik voelde hoe mijn hoofdje de grond raakte en er een pijnscheut door schoot. Snel richtte ik me weer op en stapte verder niet wetend of ik nog wel iemand tegen zou komen.