nieuw hier/ koud

"Ik wou je niet wakker maken." zei Yinthe. Ze ging liggen en keek dromerig over de witte vlaktes.

"Het geeft niet." Zei Fire en rekte zich uit.

"Oke, gelukkig maar." zei Yinthe. Glimlachend sloot ze haar ogen.

Fire keek om zich heen. "Veel volk ineens." Zei ze met een lachje.

"Ja, gezellig toch!" lachtte Yinthe. "Ik heet trouwens Yinthe." zei ze, en keek Fire aan.

"Ja, het is wel gezellig, en ik ben Fire." zei Fire.

"ik ben cry"

Yinthe knikte even naar Cry. Daarna keek ze stil voor zich uit, de toendra over.

"Euhm..." zei Fire terwijl ze niet wist wat zeggen...

Yinthe keek naar Fire. "Is er iets?" vroeg ze glimlachend.

"Nee hoor." zei Fire

Yinthe knikte glimlachend. "Hoe lang zit je hier eigenlijk al?" vroeg Yinthe, en keek Fire aan.

"Een paar uurtjes ofzo." zei Fire en ging zitten

(ik ga, doei)

"Ik bedoelde in dit gebied." zei Yinthe lachend. "Ik bijna 'n jaar..." zei ze, en dacht aan de tijd dat ze hier nét zat.

(Dag!)

alwir was even terug in slaap gevallen en werd nu terug wakker. "sorry even ee n dutje gedaan." hij keek naar de andere twee tijgers. "hoi ik ben alwir."

Yinthe glimlachte naar hem. "Ik ben Yinthe." zei ze vriendelijk.

"en wie is zij?" hij keek naar cry.

"Dat is Cry." zei ze, en keek ook naar Cry.

Fire keek naar Alwir en grijnsde "slaapkop." zei ze bijna onhoorbaar.

alwir werd wakker. "wie wat waar hoe! " zei hij slaperig. zijn haren zaten in de war.

Yinthe lachtte. Ze schudde haar hoofd. "Ik stap maar weer 'ns op." zei ze, en zei daarna iedereen gedag. Daarna liep ze weg.

"Dag yinthe." zei Fire en keek naar alwir zijn kapsel. "Staat je goed." zei ze.